Artikelindex
Vakantie 2004 via de Franse kanalen naar de Middellandse zee
Deel 3 - Via de kanalen en rivieren terug naar Nederland
Donderdag 17 juni 12.00 uur, we zijn in Lyon en de Rhône, 320 km. zit er op! Geen aangename klus, vanaf St. Louis flinke tot harde stroom tegen en 3 dagen harde mistral wind. Met het zoveel mogelijk afsnijden van bochten en het varen van binnenbochten hebben we een gemiddelde gehaald van 7.5 (kaart) kilometers per uur. Te vergelijken met 3 x de IJssel stroom opwaarts varen met 4 sluizen per keer, het landschap kennen we al en is zeker aan het eind niet imponerend maar eerder saai doordat er vrij veel gekanaliseerd is. De mast laten wee nog staan met de hoop dat we de eerste 40 km de wind mee hebben en het zeil ons een steuntje in de rug kan geven tegen de stroom in, maar de wind staat pal tegen, behoudens 2 langere bochten hebben we er meer hinder dan gemak van. Mede omdat er nu veel vaker bruggen komen waarvoor we moeten strijken en, naar achteraf blijkt, laag hangende elektrische draden leggen we de eerste avond in de dan al flink toenemende Mistral de mast plat. Gelukkig liggen we in de luwte van een groninger bolaak, het blijkt een privésteiger te zijn maar de eigenaren zijn afwezig, de pop die in het stuurhuis staat om de indruk te geven dat er iemand aan boord is lacht ons toe en we blijven er liggen. Aan Jan's geweten knaagt dat wel en slaapt hij onrustig er rekening mee houdende 's nachts alsnog te moeten vertrekken, het blijft rustig behalve dan de gierende wind we varen in 2 uur naar Avignon (18 km) en meren daar langs de kade af. De dag brengen we door met een wandeling langs de stadsmuren, in de luwte daarvan is het nog behoorlijk warm. We nemen ons voor om per dag zo groot mogelijk afstanden te overbruggen, dat is niet eenvoudig voor de overnachtingplaatsen die er niet veel zijn langs de Rhône, de sluizen werken gelukkig bijna allemaal goed mee en schutten we meestal binnen een half uur, zowel de maandag als de woensdag worden voor ons extreem lange dagen de stuurautomaat doet dan wel het meeste werk maar je moet voortdurend opletten en dat is toch vermoeiend. Overigens is er nog steeds weinig scheepvaart en liggen we meestal alleen in de sluis. Ook al zijn we moe na een lange dag varen we gaan toch nog even het stadje Viviers in, een zeer nostalgisch gebeuren, Anton Pieck maf dan zijn museum hebben in Hattem (de geboorteplaats van Jan) maar zijn inspiratie heeft hij vermoedelijk hier op gedaan, smalle straatjes met boogjes tussen de huizen en lantarentjes, het is al te schemerig om er nog foto's van te maken. Dinsdag is het weer rustiger en 's morgens vroeg prikt de zon al ongenadig op onze huid, Jan fabriceert en van de zonnetent een halve tent die voldoende beschutting geeft in de kuip en niet veel hinder geeft bij het manoeuvreren, we hebben er veel plezier van en laten deze voor de komende tijd dan ook dag en nacht staan. Wat de omgeving in , vooral het bovenste deel van de Rhône, aantrekkelijk en mooi maakt, zijn de wijngaarden die nu allemaal groen tegen berghellingen afsteken een mooie tijd lijkt ons ook wanneer de druiven geoogst worden en te zien hoe men dat doet op de zeer steile hellingen. Over de terugweg hebben we 12 uur langer gedaan dan de heenweg, en dat door vooral lange dagen te maken, een vermoeiende klus.
Na de Rhône stomen we direct door de Saône op, een verademing de omgeving prachtig groen, nauwelijks stroom tegen en de stadjes heel liefelijk. Op de heenweg is ons dat minder opgevallen, we kwamen toen van de smalle kanaaltjes en het smalle deel van de Saône, waardoor het brede deel de verwachting wekte van een enorme rivier waar elk moment grote scheepvaart passeert en er achter de bruggen grote kades volgen. We hadden al ontdekt dat dit beeld niet klopt maar onder huidige omstandigheden van zeer rustig weer en een lekkere warme zon, komt dat veel duidelijker over en ervaren we de Saône als een mooie kalme rivieren die kronkelt tussen de beboste heuvels van het franse land. met op de oevers moeders met hun kroost die al vroeg op de dag in de schaduw verkoeling zoeken bij een strandje en heel veel vissers. Overigens zijn daar merkwaardige ontwikkelingen over te vermelden, steeds vaker zien we een soort pijporgel met wel 6 hengels met belletjes aan de top die moeten rinkelen wanneer er beet is. Op de kant staat dan een koepeltentje waar de visser doorgaans in ligt te slapen of misschien zich terug trekt om zich optimaal te concentreren voor het juiste belletje. Bij Jan roept dat herinneringen op aan vroeger toen hij met zijn bamboehengeltje een voorn of blei probeerde te verschalken, hij had daarbij niet zoveel succes maar ook nu zien we zelden een visser succes hebben. Ook wel begrijpelijk want er worden dermate hoeveelheden lokvoer gebruikt dat jonge vis vermoedelijk genetisch al zo is veranderd dat deze uitsluitend nog lokvoer eten en geen interesse meer hebben voor andere hapjes, het is een merkwaardige sport geworden die visserij.
Ook zijn er in dit deel van de Saône veel (vrije) aanlegplaatsen, veel stadjes doen met een "Halte Fluviale" hun best om de watersporters te lokken, het stadje Trévoux weet ons te verschalken en genieten we van de mooie omgeving en nogmaals het prachtige weer. Onder deze goede omstandigheden beslissen we dat we de weg naar huis nemen via kanalen en rivieren die we nog niet gehad hebben. We gaan via het kanaal Rhône au Rhin naar de Rijn in Duitsland en laten ons dan met de stroom meevoeren naar Nijmegen. We verwachten dat we rond 1 juli bij Straatsburg zullen zijn en een week of 2 later thuis, Jan vraagt zich af wat hij dan nog met een maand vakantie moet maar daar kan hij nog rustig over nadenken eerst maar eens zien thuis te komen. Eerst nog 200 km Saône, welgemoed en onder een warme zon vervolgen we onze reis langs deze mooie rivier, aan het eind van de dag en 75 km verderop vinden we de Seille een zijrivier van de Saone die 40 km. lang is en waarin 3 sluizen zijn opgenomen. Het ziet er allemaal erg verlaten uit en kiezen we ervoor om dicht bij de monding een plaatsje aan een strandje te nemen, als we een wandelingetje maken blijkt er achter het eerste sluisje nog een echte aanlegsteiger in een prachtige, min of meer verstilde, omgeving. Maar we liggen prima en genieten van de rust, 's avonds worden we getrakteerd op een rijke fauna, een witte waadvogel, een Ibis?, een vissende ijsvogel, zwarte wouwen en een otter (echt)paar. Dit allemaal minder dan 50 meter van onze boot met alleen vogelgeluiden en kikkers op de achtergrond. De Saône zal niet lang meer ons deel zijn, we gaan eerst naar de jachthaven van Chalon sur Saone, de supermarkt is dicht bij de haven en kunnen we goed inslaan voor het weekend, daarnaast nog een kaart van de Rhône au Rhin zien te vinden en de site updaten. Voor het eerst sinds lang is het vanochtend bewolkt en krijgen we vermoedelijk ook te maken met de depressie die boven de Noordzee hangt, het is gelukkig nog een aangename 22° en dus niet zo nat en koud als in Nederland. Zondag 20 juni leggen we dan de laatste 80 km af en gaan het kanaal in. Het blijft droog onder dreigende luchten en de wind is frisser, de stilte op deze zondagmorgen is heerlijk we komen nauwelijks iemand tegen, een weldadig gevoel. 's Middags wordt het iets drukker met huurboten en een enkele vakantieganger op weg naar het zuiden. Zo ook de zeilboot Sommerwind, de eigenaren hebben ons gevolgd via de site als voorbereiding op hun eigen reis. Zij komen net de sluis uit en wij varen er in, jammer genoeg gunnen we ons geen tijd om een sluis extra te wachten en ervaringen uit te wisselen. We zijn wat verlaat, José kreeg afgelopen nacht last van de maaltijd die we bij een cafetaria hadden genoten, en was het beter om een paar uur later te vertrekken waardoor ze wat slaap kon inhalen en we wilden ons plan om de dag het Canal Rhône au Rhin te bereiken niet laten passeren. Merkwaardig eigenlijk, we hebben tijd genoeg maar laten ons toch door dit soort plannen bepalen, we bereiken in ieder geval wel het kanaal en nemen daar nog 3 (geautomatiseerde) sluizen. Een slaapplaats voor de nacht is niet direct voor handen en meren we af onder een brug waar het goed liggen is en scheepvaart komt er toch niet meer.
Doubs et Canal du Rhône au Rhin Het kanaal is 210 km lang en heeft 110 sluizen, vanaf de Saone 70 omhoog en 40 naar beneden, voor het grootste gedeelte is het kanaal opgenomen in de rivier de Doubs, na 30 km is het Jura gebergte de omgeving, na Montbeilard wordt het landschap vlakker met op de achtergrond het hoge Vogezen gebergte zoals de grand Ballon d' Alsace. Het kanaal vormt de verbinding tussen de Saône en de Rijn. De sluizen hebben de bekende afmetingen voor een spits, de kanalen zijn tenminste 1.80 meter diep en erg smal, de laagste brug is 3.50 meter. De helft van de sluizen is geautomatiseerd, bij aanvang( vanaf de Saône) krijg je een afstandsbediening mee met een lader omdat men verwacht dat je meerdere dagen over het traject zult doen. De laatste helft is deels nog met de hand bediend en het merendeel met elektrische bediening door een sluiswachter, aan de voorbereiding is te zien dat vermoedelijk volgend jaar een nog groter deel geautomatiseerd zal zijn. In het laatste deel naar de Rijn wordt zoveel mogelijk in konvooi gevaren en wil men van tevoren van je planning op de hoogte zijn, de sluiswachters vragen daar voortdurend naar.
Na een nacht onder de brug bij Sanery geslapen te hebben varen we verder het kanaal op, we zijn benieuwd hoe het er uit gaat zien, aanvankelijk redelijk saai tot de stad Dôle daarna kom je in steeds bergachtiger gebied en uiteindelijk in de Jura. Dit maakt het kanaal erg aantrekkelijk en is de omgeving meer dan prachtig, daarbij is het behoorlijk afgelegen doordat er enerzijds nauwelijks grote plaatsen zijn en de dorpjes zijn echte gehuchtjes. Dat heeft ook nadelen als het gaat om boodschappen te doen, waren we er tot dan van overtuigt dat elk dorp in Frankrijk tenminste een bakker heeft, dat moeten we helaas herzien. Woensdag 23 juni vinden we er zelfs geen en moeten we onze (nood) voorraad voorgebakken broodjes in de oven doen. In het dorpje waar we nog een poging ondernemen, verkoopt de slager brood maar deze is op woensdag gesloten dus dat schiet ook niet op, dit ook als voorbeeld hoe verlaten het gebied is waar we doorheen trekken. We varen afwisselen in zeer smalle kanaaltjes, die telkens weer verbinding maken met de erg mooie rivier de Doubs, daarvoor moet er telkens een sluis gepasseerd worden of bij een barrage. De 2e dag komen we het bekende probleem tegen van de kanaaltjes, onvoldoende aanvoer van koelwater door verstopping met allerlei waterplanten en bermgras, na het filter schoon gemaakt te hebben, wat iedere dag moet gebeuren, waren de problemen nog niet opgelost. Het hele koelsysteem wordt nagelopen, het aanvoerpompje open gemaakt om de waaier te kunnen bekijken maar we zien geen belemmeringen. Uiteindelijk gaat Jan te water met duikbril op, iets wat hij zolang mogelijk probeerde uit te stellen omdat het die morgen regende, en het bracht de gewenste oplossing een dikke waterplant zat helemaal in het toevoerkanaal, na verwijdering konden we met een gerust hart verder varen. De afmeermogelijkheden zijn niet overvloedig al komen er steeds meer bij, als we voor de lunch een mooi plekje vinden aarzelen we of we daar de rest van de dag zullen blijven liggen. José denkt aan een wandeling langs de rivier, onverwachts komt ze gillend terug dat er een slang ligt. Jan neemt poolshoogte en vermoed dat het om een adder gaat. De keus om toch door te varen is dan snel gemaakt, een slang zo dichtbij de boot is niet wat we zoeken. De volgende dag zien we ook nog een vos langs de kant staan, als hij merkt dat we hem gezien hebben verdwijnt hij in het maisveld, dus bijzonder fauna voldoende ook als jan gaat vissen vangt hij alleen meervallen.. Het weer blijft heel redelijk, wel meer bewolking en wind, via de wereldomroep horen we van de storm in Nederland, maar tussendoor flinke zonnige perioden en over het algemeen een aangename temperatuur. In Montreux Chateau krijgen voor het eerst te maken met enig oponthoud vanwege konvooivaart in het laatste deel naar de Rijn, zaterdag 26/6 gaan er al 2 boten dezelfde kant op als wij willen en 3 in de sluis is teveel daarom zullen we moeten wachten tot 13.00 uur bij de eerstvolgende sluis en worden wij dan bediend. Vandaag, vrijdag, hadden we ook al een uur oponthoud bij een sluis om dat er op een spits, die altijd voorrang hebben, gewacht moest worden. Maar op deze route is dat allemaal geen straf, het is een erg mooi traject en in de verplichte rusttijden weten we ons goed te vermaken, zo hebben we ook ons lunchuurtje weer in ere herstelt als het maar enigszins mogelijk is. De "vrij" zaterdagochtend gebruiken we om boodschappen te doen voor het weekend en een mooi fietstochtje te maken om 13.00 uur moeten we bij de eerstvolgende sluis zijn en verwerken we er die middag maar liefst 24 stuks in 4 uur waarvan het merendeel met de handbediend is. met onze hulp, een blikje bier en een snickers houden de sluiswachters de moed er in en vermoeid meren we af aan een niet zo geweldige graswal in het gehucht Eglingen waar helaas ook geen bakker is. Dus morgen worden het droge crackers (scheepsbeschuiten), maar Jan is in deze nogal hardnekkig en zit de volgende morgen om 7.30 op de fiets om 6 km. verderop een bakker te vinden die vers brood verkoopt. Mooi op tijd kunnen we ontbijten, de boot vaarklaar maken en beginnen aan het laatste deel van het kanaal. De sluiswachters die met ons meereizen zijn goed geluimd en houden van een praatje m.n. over het voetballen van de avond ervoor, toen Nederland won via strafschoppen van Zweden en hier spreekt men vaak al een aardig woordje Duits dat de communicatie wel vereenvoudigd. Met een tijd koffie en "kuchen" houden we flink de snelheid erin we halen net voor 12.30 uur de laatste sluis in Mulhouse. Waar we de verwachting hebben dat er een jachthaven is en we nog een wandeling door de stad kunnen maken en zo mogelijk een vaarkaart van de Rijn kunnen kopen, maar we belanden bij een werf zonder verdere voorzieningen en ver van de stad. Na geluncht te hebben gaan we dan toch maar verder naar Niffer waar ons nog 1 sluis scheidt van de Rijn, daar komen we er achter dat er in de directe omgeving geen watersportzaak is met een kaart van de Rijn.
Algemene informatie: Vanaf Basel is de Rijn 180 km. gekanaliseerd, Canal d' Alcsace, en daarin zijn opgenomen 10 sluizen. De stroomsnelheid is gemiddeld 5 km. per uur. De ene oever, voor ons links-stroomafwaarts, is Frans de andere over is Duits op 8 bovenste sluizen wappert de Franse vlag maar men spreekt goed Duits, de laatste 2 sluizen zijn vermoedelijk Duits, via de marifoon reageren ze niet op een aanmelding in het Frans wel in het Duits. De scheepvaart is vrij rustig, herkenbaar is enige drukte wanneer er een sluis leeg komt maar we hebben er veel kilometers gevaren op de stuurautomaat. Na de laatste sluis (Iffezheim) krijgt de Rijn vrij baan en stroomt tot Mannheim gemiddeld 8 km. per uur en is daar ook nog vrij smal.
Door de havenmeesteres van Niffer worden we verwezen naar een motorboot met Engelsen die de volgende ochtend de Rijn opgaan. In het gesprek met hen blijkt dat zij een paar kopieën hebben van pagina's uit een heel dik en duur boekwerk. Maar alleen van de eerste 160 km. Voorlopig vinden we dat genoeg en gaan de volgende ochtend samen met hen op pad om 13.30 uur zijn we al 40 km verder en 4 sluizen, met de 5 km stroom mee varen we gemiddeld 15 km per uur. We doen inkopen in Breisach en vullen de dieseltank. We hebben nog tijd om nog heel wat kilometertjes en een paar sluizen te pakken, we moeten nog 6 sluizen voordat de Rijn vrijuit kan gaan. Maar het haventje is klein en heel fraai gelegen met heel vriendelijke leden van de vereniging. 's Avonds drinken we nog gezellig met een aantal een flinke pul koud bier op het terras waar het dan zeer goed toeven is. De volgende dag zetten we vanaf 8.30 uur de sokken er in maar de eerste sluis wil niet echt meewerken, via de marifoon laat men weten dat wij langzaam moeten varen dan maken zij de kleine sluis voor ons klaar, dat langzaam varen duurt uiteindelijk 1 uur, gelukkig gaan de overige sluizen lekker snel we zijn dan inmiddels met 3 plezierboten en dan werken de sluizen sneller ook voor de pleziervaart. Uiteindelijk kunnen we met het dagresultaat tevreden zijn 90 km en 5 sluizen in 9.5 uur waarvan 3.5 uur voor het sluizen. We vinden een plaatsje bij een kleine jachthaven waar geen beheerder is te vinden , dus dat wordt een gratis nachtje. Het barst er wel van de muggen die ons letterlijk opvreten we sluiten de openingen af met vitrage en haan noodgedwongen binnen zitten. Veel planning kunnen we ook niet maken, we hebben geen goede informatie over de vaarweg, we weten dat we nog 1 sluis krijgen over 20 km en daarna moeten we maar zien. Dit geeft toch wel een "unheimisch" gevoel, als we de volgende ochtend de laatste sluis verlaten waar we ook een oponthoud hadden van 1 uur vanwege storing aan de sluis, en meteen een politieboot zien die aandacht de schepen volgt. Ons vriendelijk zwaaien is blijkbaar voldoende, we knijpen hem wel - geen kaart en een ondeugdelijke marifoon.Voorlopig stormen we naar beneden, de Rijn die nu voor het eerst vrij spel heeft stroomt hier met minstens 8 km. per uur, we moeten er niet aandenken daar tegenop te moeten varen. We varen door een bosachtige omgeving met af en toe een stad waar we de naam niet van kennen gezien het ontbreken van vaarinformatie. Op een globaal kaartje hebben we de namen gelezen van Ludwigshafen en Mannhein, heet woord zegt het al de haven van Ludwig daar zal voor ons ook wel een plaatsje zijn. Uiteindelijk vinden we die 120 km na de start van vanochtend in Sandhofen een dorpje bij Mannheim, overigens zien we onderweg diverse haventjes in zij-armen of grintgaten dus daar maken we ons minder zorgen om. 's Avonds horen we via de wereldomroep de voetbalwedstrijd Portugal - Nederland, het geluk van Nederland is op en zij verliezen, naar we horen, terecht van Portugal, de glimlach bij de Duitse waterpolitie die ons de volgende ochtend, net na het verlaten van het haventje, ter controle aanhouden daar "vielleicht" mee te maken. Volstrekt tegen onze verwachting in, vinden ze dat we de zaken voldoende op orde hebben, ze hebben net als de Fransen, ons indrukwekkende mapje met gestempelde papieren bekeken en dat was in "ordnung", gute reise naar Nimwegen en wij zijn zeer opgelucht. De Rijn is hier breder en daalt minder waardoor de stroom terug loopt tot 5 km. per uur, desondanks maken flinke vorderingen maar bij Mainz slaat het noodlot toe, vervuiling van de diesel, dat leidt er uiteindelijk toe dat José aan het roer staat en Jan zo om de ongeveer 5 minuten de draaiende motor aan het ontluchten is om deze gaande te houden. We stoppen bij diverse kleien haventjes waar we overal vriendelijk ontvangen worden en men behulpzaam is, het lukt om een nieuw fijn filter te kopen maar dat leidt niet tot verbetering. Uiteindelijk belanden we in het jachthaventje van Ingelheim waar we zeer goed ontvangen worden, geweldig hoe behulpzaam men is, we mogen er gratis liggen, zonodig meerdere dagen, we mogen gebruik maken van douches, stroom etc. en krijgen een sleutel van het toegangshek en het telefoonnummer van de havenmeester als er nog problemen zijn kunnen we hem bellen. Na zo'n frustrerende middag is dit welkom als balsem op een wonde. Jan loopt het hele leidingsysteem van de brandstof na, draait klemmen aan laat de leiding nog eens flink doorpompen. Bij een proefvaart ondervinden we geen problemen meer en gaan de volgende ochtend vrijdag 2 juli weer op pad om wellicht het mooiste gedeelte van de Rijn te bevaren tussen Rudesheim en Koblenz met de Lorelei als meest herkenbare plek. Het is er smal en het stroomt hard, gelukkig hebben we weinig scheepvaart die ons achter opkomen, wel veel tegemoetkomend verkeer waar we vaak voor koeten uitwijken om dat men de "verkeerde" wal, binnenbocht wil houden. De cruiseschepen, die er veel zijn, verwachten daarin wel een grote souplesse van ons door op het allerlaatste moment het blauwe bord van de verkeerde wal zichtbaar te maken. Helaas dreigen er letterlijk en figuurlijk donkere wolken boven de Rijn en staan we, voor een niet te lange tijd, in de stromende regen. Als de zon weer doorkomt geeft de brandstoftoevoer opnieuw problemen en ziet Jan de laatste 15 km. naar Koblenz meer van het motorruim dan van de omgeving. Bij Koblenz is het genoeg geweest en draaien we het eerste zijkanaaltje in, dit blijkt de Lahn te zijn en in de monding daarvan is een afmeermogelijkheid bij een soort caféboot met een lange steiger waar ook nog een plaatsje voor ons is. De bejaarde beheerders hebben alle begrip voor onze problemen en zijn van harte bereid om mee te denken aan oplossingen, ook hier weer een grote gastvrijheid, we mogen net zolang blijven liggen tot we de problemen opgelost hebben. Maar in de directe nabijheid vinden we geen adres wat ons verder van dienst kan zijn, van hen krijgen we een adres 10 km. verder aan de Moezel. Na deze gebeld te hebben, blijken zij over de juiste filters te beschikken en denken we daar het probleem mee op te lossen. Dat die 10 km geen plezierreis wordt spreekt voor zich, we moeten ook nog een sluis door, maar het lukt en het bedrijf levert de juiste filters en we kunnen de nacht doorbrengen aan hun steiger. Nadat Jan de filters vervangen heeft en José de boel weer schoon gemaakt heeft maken we nog dankbaar gebruik van de douches en kunnen we de volgende dag weer fris op stap. Van onze eventuele plannen om bij de grote plaatsen nog wat tijd te nemen komt niets terecht we zijn vooral druk met het varen en de frustratie die dat de afgelopen dagen gegeven heeft. Als we de volgende dag, zaterdag 3 juli, de Moezel weer willen verlaten, dienen de bekende problemen zich weer aan, Jan voelt ervoor om op de Moezel te blijven en in alle rust nog eens opzoek te gaan naar de oorzaak nu blijkt dat de nieuwe filters geen effect hebben, José wil liever doorvaren met de hoop dat het beter gaat omdat er gisteren ook, bij een lager toerental, minder problemen waren. We gaan dan toch maar de sluis van Moesel naar Rijn in, tot onze verassing horen we dat we sluisgeld moeten betalen € 4,50, gisteren vonden we het al merkwaardig dat de sluismeesters zolang wachten met het groene licht terwijl er ook een politieboot in de sluis lag. Men heeft blijkbaar getracht, op een indirecte manier, ons duidelijk te maken dat we naar het kantoor moesten komen om te betalen, we zijn onwetend en niet betalend weg gevaren. Na de sluis vinden we inderdaad een toerental dat geen problemen lijkt te geven, het gaat wel langzamer maar dat hebben we er graag voor over maar ook aan deze vreugde komt na een uur een eind en beginnen dezelfde problemen. Jan had de vorige dagen met een kopje de diesel zoveel mogelijk opgevangen die bij het ontluchten vrij komt, dat kopje werd dan weer leeg gegoten in een plastic fles die in de kuip stond, alle met kranten eronder om de vette zooi een beetje tegen te gaan. Bij het bedrijf waar we de afgelopen nacht hebben gelegen vond hij een legen 2 liter oliekan deze is zodanig geprepareerd dat die in de motorruimte kan blijven hangen en direct gebruik kan worden om de overtollige diesel op te vangen. Het blijft een ontzettend vervelend karwei maar het scheelt een stuk, maar na een half uur krijgt de stuurvrouw de opdracht om de eerste de beste haven in te draaien om dat Jan zo niet verder wil. Zij doet dit dan ook en vinden we een plekje in een industriehaven waar op de zaterdag geen activiteiten zijn, nu de ellende meer dan genoeg is, is de redding nabij. Jan komt op het idee om de fa. Drinkwaard in Schiedam, waar ze dezelfde motoren bouwen, te bellen en hun om advies te vragen. Gelukkig hebben we nog een oude Waterkampioen waar hun telefoonnummer in staat, de service, toen we er voor de vakantie een nieuwe uitlaat gekocht hebben, bestaat nog. Na een half uur mochten we terug bellen en zou een monteur ons te woord staan, deze deed dat uitstekend, hij stelde ons vooral gerust. Alle mogelijke kwalen die we bedacht hadden, zoals; een kapotte brandstofpomp, een bacterie in de diesel, kapotte verstuivers etc. bracht hij terug naar de realiteit van, als ontluchten werkt dan is er sprake van lucht in de leiding en ga zorgvuldig de helle leiding na vanaf de tank. Alle andere opties zijn niet uitgesloten maar eenvoudig te controleren, zet een jerrycan diesel in de kuip, hang daar de toevoer slang in en sluit deze direct aan op de motor, als daarmee de problemen zijn opgelost dan is er met de motor niets aan de hand. José vond die aanpak wel erg rigoureus en voelde meer voor trial en error methode, dus alle filters er tussenuit en de slang vanuit de tank rechtstreeks op de motor, helaas bij het verlaten van de haven nog dezelfde problemen en daarom snel weer terug de haven in. Jan is daarna gewapend met de 12 volt TL-lamp de leiding gaan controleren en zag nog steeds luchtbellen, de slangaansluiting op de tank hadden we vernieuwd maar het was duidelijk dat de luchtbelletjes uit de tank kwamen. Dan misschien de aansluitnippel, deze losgedraaid en kon ook de toevoerbuis vanuit de tank gecontroleerd worden, en deze was los getrild waardoor er niet alleen diesel aan de onderkant werd aangezogen maar ook lucht bij het aansluitpunt boven. Daarmee was meteen verklaard waarom we een paar dagen eerder 3 uur zonder problemen konden varen omdat we daarvoor de tank nokvol hadden gegooid en de aansluiting dan ook onder het dieselniveau staat. Wellicht een lang en technisch verhaal maar de vreugde over de ontdekking van de oorzaak wordt hiermee weergegeven en leidt dan ook tot grote creativiteit in het vinden van een oplossing. We hebben een stevig en toch buigzaam kunststoffen buisje bij ons en die past in het gat van de retour-diesel leiding, de slang van de retourdiesel wordt aangesloten op de aanvoeraansluiting en we zijn verzekerd van een ongestoorde toevoer van diesel. Het eerste uur varen daarna is nog erg spannend omdat elke verandering in het motorgeluid doet vermoeden dat het toch niet goed is, maar de wijzer van de toerenteller blijft steevast op dezelfde plek en kunnen we langzamerhand weer gaan genieten van de omgeving en het feit dat het ons uiteindelijk gelukt is.
De rest van de onze reis gaat rechtstreeks naar Nijmegen en maken we zoveel mogelijk kilometers per dag, de Rijn is tot Bonn een mooie en aantrekkelijke rivier daarna wordt het vlakker en saaier, een gunstige uitzondering is de stad Keulen maar Duisburg en wat daarna komt spreekt ons niet aan. Opmerkelijk is dat de haventjes die we nog aandoen in Mondorf en Wesel minsten 3 verenigingen in havenkom hebben allen met een eigen clubhuis en toegangshek, economisch lijkt dat niet echt gunstig. De tocht naar de haven van Wesel, was erg lang, in de jachthaven van Duisburg hebben we diesel getankt en wilden nog 20 km verder varen, het werden er echter 40 omdat er niet eerder een haven in zicht was en maakten we die dag 157 km. We houden behoorlijk mooi weer, af en toe dreigt er wel een bui maar de zon wind, het varen op dit deel van de Rijn geeft ook nauwelijks problemen, de laatste dag van Wesel naar Nijmegen worden we in de 4 uur en over 60 km. 4 x opgelopen door een vrachtvaarder en dat op maandagmorgen. Bij de sluis in Weurt konden nog net aansluiten bij de laatste invarende pleziervaart, evenzo was dit het geval bij Grave, waardoor we met weinig oponthoud op maandag 5 juli om 16.30 uur, na bijna 14 weken, afmeerden in onze thuishaven.
Terugblik
De terugreis via de Rhône, Saône, Canal Rhône aux Rhin en de Rijn is voor ons een goede keus geweest, belangrijk was om zoveel mogelijk via een andere route terug te varen. De Rhône was in dat opzicht een tegenvaller, de tegenstroom is pittig en de afstanden tussen havens zijn groot, bij een nog sterkere tegenstroom hadden we het beslist onprettig gevonden. De Saône was een prettig weerzien, sterker nog, alsof we er nu meer van genoten dan op de heenweg. Overigens kan deze rivier ook stevig stromen maar daar hadden we nu geen last van en waren de omstandigheden zoals drukte en het lekkere warme weer ideaal. Een minpuntje is nog wel de grote sluizen op de Saône, waarin we nu omhoog gingen, het water wordt met zo'n grote kracht binnen gelaten dat er echt golven in de sluis ontstaan. Omdat je met je voor en achterlijk op dezelfde bolder, en hier zijn geen drijvende bolders, moet vast maken is dat geen pretje. Het kanaal Canal Rhône aux Rhin was ook een aangename verassing, vooral de Doubs die ongeveer de helft van het traject voor de watervoorziening zorgt is erg mooi ook door de ligging tegen het Jura gebergte aan, het laatste deel is vlakker maar de (hoge) Vogezen zorgen voor een mooie horizon. Het is er behoorlijk stil en afgelegen, we hebben menige vaardag gehad waar we hooguit 1 a 2 andere schepen tegen kwamen. De helft van de sluizen is geautomatiseerd en de overige zijn nog veel handbediend maar je ziet dat de voorbereiding voor verdere automatisering volop aan de gang is.
De Rijn is ons erg meegevallen we zagen er wel tegenop om een hele dag op een, door golven van de beroepsvaart, onrustige rivier te varen. Maar dat kwam slechts een enkele keer per dag voor, het merendeel van de beroepsvaart veroorzaken nauwelijks tot geen golven vermoedelijk passen zij hun motorkracht zo aan dat ze zo weinig mogelijk brandstof gebruiken. De schepen die wel golven veroorzaken, daarbij zie, en hoor, je ook dat dit met veel motorgeweld gepaard gaat en de snelheidswinst gering is. Verder strijkt de harde stroom, tot op sommige delen 8 km. per uur, de golven wel glad en krijgen we zelf zo'n hoge snelheid dat we ook niet vaak ingehaald worden. Op de smalle gedeelten hebben we nadrukkelijk rekening gehouden met de het blauwe bord (verkeerde wal) van de beroepsvaart, op de brede gedeelten, waar wij vaak ook buiten de boeien kunnen varen, komt het ons veel veiliger over omdat niet te doen. We hebben op deze keuze ook geen boze blikken ontvangen, eerder een vriendelijk hand opsteken, een mede pleziervaarder die zich heel strikt aan deze regel hield en dan ook letterlijk de andere wal koos kwam daardoor in de problemen omdat niet alle vrachtschepen de mogelijkheid hebben om een ondiepe binnenbocht te varen en schoot deze boot voortdurend kriskras over de rivier. De Rijn is vooral mooi, en smal, in het gedeelte waar de rivier tussen de bergen doorslingert tussen Rudesheim en Bonn ( 150 km), in dit deel bevindt zich ook de Lorelei en kan het daar wel, soms lastig, druk zijn met rondvaartboten. In dit deel is er ook maar 1 haven St. Goah, in het minst aantrekkelijke deel nabij het Ruhrgebied vind je ook weinig havens, wel 1 in Duisburg met een brandstofpomp, voor het overige ruim voldoende maar niet veel brandstofpompen aan het water.
Onze vakantie is voorbij, de dagelijkse "sleur" heeft ons weer te pakken en dus een goed moment om terug te kijken op de voor ons toch wel bijzondere reis. Bijzonder vanwege de enorme afstanden, de lange duur en het vele motorbootvaren, we hebben er zeker geen spijt van en is er ruimschoots aan onze verwachtingen voldaan.
Duur: uiteindelijk ruim 3 maanden, enerzijds te kort om veel rustmomenten in te bouwen maar voor ons als zeilers die onderweg zijn naar een zeilgebied ruim voldoende. De 40 dagen die we gezeild hebben langs de Côte d'Azur van de Rhône-monding naar Monaco en weer terug was voor ons voldoende kennismaking met de Middellandse zee.
Tijdstip: het heeft ons veel voordelen geboden om vroeg te gaan, wij houden van rust en dat was er volop, we hebben heel wat dagen gevaren waar we maar een enkele andere boot tegen kwamen of die dezelfde kant uitging. We hebben wel allerlei verhalen gehoord over grote drukte bij de kleine sluisjes met vooral huurboten waarvan de schippers weinig bekwaam zouden zijn, we hebben er geen last van gehad.
Afstanden: het is erg ver, vooral van Noord - naar Zuid-Frankrijk, van tevoren wisten we dat het vanuit Nederland een maand varen zou zijn maar de dagen rijgen zich aaneen alsof er geen tijd bestaat. We zijn voortdurend onderweg en bezig met de volgende haven of ligplaats waarbij de Rhône de meeste momenten kent van hele grote afstanden. Eigenlijk geldt dat ook voor de kanalen in Noord Frankrijk maar door de vele sluizen, tellen we daarvan vooral het aantal dat we per dag maken.
Vaarwegen: hebben nauwelijks of geen problemen opgeleverd, ons "bootje" is klein en ondiep genoeg om de kanalen te bevaren en groot genoeg om langs de kust van de Middellandse zee te zeilen. De franse regering doet er veel aan om de vele kanalen in Frankrijk bevaarbaar te houden voor de pleziervaart, overal zie je verbeteringen en onderhoud en de meer dan 100 jaren oude vaarwegen. Steeds meer sluizen worden geautomatiseerd, wij vinden dat erg prettig omdat het meer rust geeft en eerder de mogelijkheid om rustpauzes in te lassen. In konvooi of zoals we vaker meegemaakt hebben dat er 1 sluiswachter een hele dag met ons onderweg is wil je ook rekening houden met een niet te lange dag voor hen, meestal kwam dat neer op 6 a 7 uur achtereen varen en met een tiental sluizen. In de kanalen is er nauwelijks stroming, afhankelijk van o.a. regenval kunnen de Maas en Saône behoorlijk stromen en de Rhône en Rijn zeer sterk. Met de stroom mee is het vooral plezierig, op de terugweg was de Rhône stroomopwaarts behoorlijk ploeteren en de Rijn hebben we alleen stroomafwaarts gevaren maar stroomopwaarts lijkt het voor onze boot een onmogelijke zaak met af en toe 8 km. stroom per uur.
Sluizen: heel veel! De lastigste zijn die op de Maas in België, nauwelijks afmeermogelijkheden voor (kleinere)jachten en onrustig door het snel vullen van de sluiskolk bij stroomopwaarts hetzelfde geldt ook voor de grotere sluizen op de Saône. De kleine sluisjes gaan gemoedelijk en er is voldoende tijd om rustig af te meren. Soms zijn het er wel erg veel achter elkaar en zijn er trajecten waar elke kilometer een sluis genomen moet worden. Deze trajecten zijn nog het minst geautomatiseerd en is het die dagen hard werken met de handbediende sluizen. De sluizen met een groot verval op de Rhône zijn eenvoudig, wel aan 1 drijvende bolder maar het vullen van de sluiskolken gaat zo gelijkmatig en toch snel dat deze moeiteloos te nemen zijn.
Weer: de start was koud en verlangden we regelmatig naar een aanlegplaats met stroom zodat we ons ventilatorkacheltje aan konden zetten. Met het verstrijken van de tijd, steeds dichter naar de zomer en steeds verder naar het zuiden werd het klimaat steeds aangenamer tot zelfs behoorlijk warm. We hebben onze zonnetent vaak geplaatst om een schaduwplekje te hebben en niet tot op het bot te verbranden. Daarvoor hebben we op de terugweg enige wijzigingen aangebracht in de contructie zodat we zonder al teveel hinder de tent tijdens het motorbootvaren en het nemen van sluizen konden laten staan.
We zij een hele ervaring rijker en we realiseren ons dat je dit mogelijk maar 1 x in je leven doet, het heeft ons ook duidelijk gemaakt dat onze zeewaardigheid als gezin tanende is en de overwegende rust die dit vaarwater met zich meebrengt heel aangenaam is. Ook zullen we bij planningen van volgende tochten meer rust in moeten bouwen om meer te genieten van de omgeving en bijvoorbeeld goed zeilweer afwachten, waardoor het zeker mogelijk blijft om bijvoorbeeld nog eens een reis naar Denemarken, Noorwegen of Zweden te maken. Maar dan ook weer met veel tijd beschikbaar want dat is wel de belangrijkste voorwaarde. Het komende jaar zullen we in eigen land blijven en niet te lange tochten, we kunnen nog wel even teren op de ervaring van de vakantie 2004.
Hieronder nog een totaal overzicht van meer practische zaken:
dagen | kilometers | mijlen | sluizen | vaar uren | brandstof liters | brandstof € | liggelden | overige kosten | |
deel 1 | 34 | 1382 | 226 | 206 | 232 | 178 | 86 | internet,gas, oliefilters, vignet wasserette. | |
deel 2 | 40 | 336 | 91 | 92 | 89 | 143 | |||
deel 3 | 16 | 1504 | 144 | 172 | 182 | 167 | 98 | ||
totaal | 90 | 2886 | 336 | 370 | 469 | 506 | 434 | 327 | 290 |
tot. km. 3500 | totaal € 1317 |