Nijmegen,
6543

024 3774597
info@jjmensink.nl

Artikelindex


Tijd voor een terugblik(1):Het kanaal de 'l Est/Nord is niet het mooiste deel van de tocht wat dat betreft winnen de Ardennen met groot verschil. Het kanaal heeft zeker mooie stukken maar ook hele stukken die niet direct opvallen door bijzondere schoonheid. Wel zijn er op de route een aantal grote mooie plaatsen zoals Charleville Mesiere, Sedan en Verdun en talloze kleine, echte franse dorpjes met vriendelijke mensen. De natuur kent geen grote verschillen met die van Nederland nu met de zon loopt er veel uit en zijn er mooie kleuren bloei te zien. 1 dag was opvallend in het vrij vlakke stuk na Sedan huisde een IJsvogel die ons een kilometer volgend zijn prachtige, kobaltblauwe, verenkleed liet zien. Even verder op een sperwer die in een duikvlucht een buizerd belaagt die in zijn foerageer gebied een hapje dacht mee te pikken. En op een mooi met beboste hellingen omzoomd stukje kanaal een ree die langs de kant zwom met de stalen damwand en daar niet uit kon. Nadat wij gepasseerd waren zwom het beest terug naar de meer natuurlijke oever waar het makkelijk op de kant kon komen, nieuwsgierig keek het nog even achterom om daarna spoorslags in het bos te verdwijnen.
De 59 sluizen vanaf Givet vormden geen probleem dit in tegenstelling tot de grote sluizen in België, die zijn behoorlijk lastig door weinig potjes in de muur en het snel vullen van de sluis, het is daar hard werken. Aan de vele sluizen in het kanaal wen je, ze vormen eerder een welkome afwisseling dan een belasting meestal nemen ze niet meer dan 10 minuten om verder te komen. De verschillen die overbrugt moeten worden variëren van 1,5 tot 4 meter en de sluismeesters geven je voldoende tijd om vast te maken, het merendeel van hen lijkt plezier in het het werk te hebben. Ze vinden het prettig wanneer je een handje helpt met een deur open en/of dicht draaien, dat ze erg ontvankelijk zijn voor iets extra's hebben wij niet kunnen ontdekken. Aangeboden koffie/thee of andere dranken werden beleefd afgeslagen, een chocolade candybar konden we wel slijten.  Bij het nemen van de sluizen (opvaart) was het meest praktisch dat José de boot in de sluis afmeerde en Jan de trap op ging met 2 touwen met een royale lus, eerst de achterste om een bolder zodat de boot niet verder vooruit kan en de voorste lus zover  mogelijk naar voren. José bediend de voorlijn op het voordek en Jan de achterlijn vanaf de kade. We maakten gebruik van lange lijnen, hoe verder weg aan een bolder bevestigd, hoe minder je hoeft te verzetten. Meestal gaan er maar 2 schepen in een sluis, de sluismuren zijn erg modderig, dat is aan de boot goed te zien. Onze ervaring met een plank langs de stootwillen is positief met name dat daardoor niet zoveel vuil op de willen komt. E.e.a. afgezet tegen een zeilboot die laag is en niet te breed. Hoge kruisers hebben het vaak iets gemakkelijker, zij kunnen vanaf hun boot in veel sluizen een bolder bereiken. De lage en smalle boten zijn weer in het voordeel bij de tunnels en lage doorgangen, zij kunnen rustig doorstomen terwijl de grote jongens daar heel alert moeten zijn, soms windschermen laten zakken en heel strak door het smalle, maar soms lange, tunneltje varen. Een aandachtspunt is het verkrijgen van brandstof, vanaf Luik zijn er 2 mogelijkheden geweest, 1 in België en 1 in Frankrijk, beiden waren gesloten. Vermoedelijk had dit te maken met het vroege seizoen, dit was ook goed te merken bij de diverse havens, voorzieningen zoals douches en toiletten waren meestal niet beschikbaar. Een voordeel was dat we veel gratis overnachtingen hebben gehad.

Donderdag 15 april, we vertrekken uit Pagny-Sur-Meuse hierna zal de Maas niet meer de nevenrivier zijn en wordt die taak over genomen door de Moezel. We gaan door de langste tunnel van het traject, 860 mtr. bij Foug, deze is verlicht maar de verlichting is pas op volle sterkte als wij al weer aan het eind zijn. Vandaag bevaren we verschillende wateren, te beginnen in het "Canal Marne au Rhin", 15 sluizen-afvaart kort achter elkaar naar Toul, de enige lol is om de tijd steeds scherper te stellen, het kortst was 5 minuten incl. in en uitvaren. In Toul hebben we inkopen gedaan en gepauzeerd. Daarna zijn we "La Moselle Canalisé" opgevaren, breed met mooi beboste oevers om vervolgens bij Richard Menil weer het "Canal de l' Est-branche Sud" op te varen. Het is een prachtige warme dag, heerlijk weer om te varen, dat wel na een behoorlijke nachtvorst waarvan de rijp op het dek lag. De volgende dag vrijdag 16 april al niet minder, prachtig voorjaarsweer, we zitten in onze blouses buiten te genieten van een prachtige natuur. Branche Sud is nu al vele keren mooier dan Nord. We passeren ook ons eerste aquaduct over de Moezel voorafgegaan door een sluis met mooie sierlijke lantaarns.We sukkelen voort in een tempo van een kilometer of 4 omdat er een spits voor ons zit en we doen zo'n 2 sluizen per uur die er om de ongeveer 2 a 3 km zijn. De spits is van Nederlandse herkomst en vervoert van Rotterdam naar Avignon zilvererts. Een duur goedje dat blijk baar in kleine hoeveelheden rendabel getransporteerd kan worden per schip men doet er ongeveer 4 a 5 weken over. Zijn diepgang is 1.90 mtr. en de schipper weet zeker dat dit geen problemen op zal leveren. Ondanks dat de omgeving en het weer zeer mooi zijn is het wel vermoeiend, gemiddeld om de 2 km een sluis en dit blijft nog tot de Saone. Dus in dit deel van het hele traject komen de meeste sluizen voor en ze zijn allemaal handbediend. Omdat we nog zo vroeg in het seizoen zitten zit er weinig anders op dan in 1 keer een heel dagtraject af te leggen met dezelfde sluiswachter. Want als je tussentijds stopt en een sluis mist dan kom je die dag niet verder. Deze oorzaak en de reden dat we toch meer onderweg zijn naar een zeilgebied maakt het dat we maar weinig stops maken. Zoals al vermeld de vele sluizen vermoeien wel en nemen we rustdag in Épinal daar ontmoeten we ook de broer van Jan, Gerrit en zijn vrouw Mieke die met een camper onderweg zijn naar Spanje en Portugal. We genieten samen van verse croissants met chocolade en rijden met de camper naar de sluizentrap (15 stuks achterelkaar) die we morgen gaan nemen, deze zijn wel automatisch. Het weer verslechterd helaas wel, in de avond flinke buien.Als we maandag beginnen aan de trappensluis is het guur, wel droog. In ruim 2 uur zijn we boven en daarmee ook op de topn van het traject. We komen terecht in een prachtig gebied met beboste hellingen, na al die sluizen is het prettig om ruim een uur ongestoord door de natuur de varen. Omdat de Moezel niet meer de ondersteunende rivier is, is er op de top een reservoir, gevoed door kleine stroompjes, aangelegd dat het kanaal op peil houd. Duidelijk is dat we echt een heuvel over varen, het laatste deel is men dwars door de top gegaan door het kanaal aan de zijkanten af te schermen met hoge muren. Daarna gaan we even vlot weer naar beneden in een sprookjesachtige omgeving met slechts af en toe een klein dorpje, slingerend door de bossen en om de kilometer een handbediende sluis. Na 15 sluizen meren we af en Meloménil, een tip die we meegekregen hebben van de fam. Groen, leden van de watersportvereniging de Batavier (www.debatavier.com) die ons prima heeft voorgelicht over wat ons te wachten staat. De samenwerking met de man en vrouw die ons de hele middag gesluisd hebben dermate goed en vrolijk  geweest dat we na afloop samen met de bemanning van de motorboot "Lisa" een afzakkertje nemen in Auberge "7 Pecheurs" waar we meteen afspreken voor het avondmaal. De vrolijke sfeer is vooral ontstaan door de franse partner van de man van de "Lisa" , zij spreekt en verstaat uitsluitend Frans en hij spreekt geen Frans. Dat leidt al regelmatig tot enige hilariteit maar nu kon ze haar hart helemaal ophalen met de sluismedewerkers en de eigenaresse van de auberge. Wij verstaan er ook geen woord van maar kunnen voldoende aansluiten bij de pret en murmelen wat mee. Een heel ontspannen en leuke ervaring in de juiste ambiance en een fantastische omgeving. Morgen om 9 uur "demain a neuf" vertrekken we weer voor de volgende serie handbediende sluizen. De beboste heuvels blijven onveranderd prachtig, die afleiding hebben we ook wel nodig het is weer eens bewolkt en koud, we gaan niet verder dan Fontenoy le Château een dorpje met een kolossaal "Hotel de Ville", een kerk uit de 16e eeuw en restanten van een middeleeuws kasteel. Nog een halve dag varen en wij gaan de Saone op, die laatste 20 km zijn werkelijk prachtig, door een zeer bosrijk gebied met een enkel dorpje, een heus kasteel met eigen kapelletje vervolmaken het beeld. "Le Coney" dat eerst een klein bergbeekje was is nu een flinke nevenrivier geworden en volgt het kanaal het slingerend patroon van deze ondiepe en van vele watervallen voorziene rivier. Een gezegde is "lest best" , dat gaat zeker op voor kanaal de l'Est. Tijd voor een korte terugblik op het kanaal de l'Est-branche Sud.